Rotterdamse
Academie
van
Bouwkunst

terug naar
startpagina

Op 30 maart 1968 opende ‘Cosmisch Ontspanningscentrum Paradiso’ haar deuren in Amsterdam. Paradiso, zoals het poppodium nu bekend is, viert binnenkort haar 50 jarig bestaan. Het gebouw bij het Leidseplein is door de jaren heen zeer geliefd geraakt, niet alleen door haar bezoekers, maar juist ook door internationale artiesten die er optreden. Dat ligt niet alleen aan de akoestiek, maar vooral aan de sfeer en de intimiteit die het podium biedt.

Paradiso onderzoekt mogelijkheden tot uitbreiding, zonder de intimiteit te verliezen die het podium onderscheidt van andere poppodia in Amsterdam, die gedurende de afgelopen jaren een constante schaalvergroting hebben ondergaan en uit de binnenstad zijn weggetrokken.

Tussen Paradiso en de rij van vier grote stadsvilla’s in de richting van het Rijksmuseum ligt een stukje onbebouwde grond, in de volksmond ‘het landje’ genoemd. Hier bevindt zich nu de artiesteningang. De kavel, die in theorie een 5e villa zou kunnen herbergen, is door bureaucratie en wisseling van eigenaren altijd onbebouwd gebleven. Deze plek, ongeveer 62% in grootte vergeleken met Paradiso’s huidige kavel, wordt voorgesteld als locatie voor uitbreiding in de vorm van een extra zaal: een tweede Paradiso, maar dan kleiner, en nog intiemer.