Het mausoleum voor Rotterdam suggereert een plek voor de doden van de stad, een verticale dodenplaats die de relatie tussen leven en dood binnen de stad verkent. De noodzaak om deze conditie te onderzoeken biedt de mogelijkheid om naast efficiënt te reageren op het vraagstuk van ruimte, ook te kijken naar de culturele identiteit van de stad die dit plechtige programma kan projecteren binnen…
Dit project is ook te zien op de volgende website: https://pozen.eu/project-lars-fraijHet mausoleum voor Rotterdam suggereert een plek voor de doden van de stad, een verticale dodenplaats die de relatie tussen leven en dood binnen de stad verkent. De noodzaak om deze conditie te onderzoeken biedt de mogelijkheid om naast efficiënt te reageren op het vraagstuk van ruimte, ook te kijken naar de culturele identiteit van de stad die dit plechtige programma kan projecteren binnen haar omgeving.
Met haar diversiteit aan programma's en energieke sub gebieden, zet het gebied Pompenburg perfect het pad uit voor een verkenning van de architectuur voor de doden in het altijd veranderende rijk der levenden.
Lees meerTijdelijkheid is een begrip dat gekoppeld is aan het
leven. Het leven is tijdelijk maar de dood is onoverkomelijk en áltijd
daar. De uitdaging in de opgave is in het contrast tussen leven en dood. Het leven gaat door, het mausoleum voegt zich er controversieel tussen.
Veel begraafplaatsen wijken tegenwoordig juist uit naar de rand van de stad, zoals in Shanghai bijvoorbeeld, maar ook Rotterdam zelf. In een stad als Parijs behoren deze doden-plekken juist tot publieke gebieden in de stad, fungeren ze
als parken. Daarnaast is de opgave om de begraafplek in een verticale zin door te voeren. Verticaliteit is tegenwoordig op de meeste gebouwtypologieën al toegepast omdat het zou kunnen helpen om het ruimtelijke en economische
probleem op te lossen. De verticale begraafplaats kan voor controverse en experiment zorgen, iets waar de inwoners wel van houden.
De projectlocatie is Pompenburg. Een complexe hoogstedelijk
stukje Rotterdam in ‘het laatste brandgat’ van de stad. Naast het spoor, meer contrast is er niet: de snelheid van de voorbij razende trein en het stilstaan van het leven van de overledenen. Een rauw, spannend, versnipperd gebied op een
strategische plek. Het plan herstelt enigzins de verbindingen met de stad, en creëert een levendig gebied met behoud van het oorspronkelijke karakter.
Eén van de typerende voorbeelden van modernisme in de
wederopbouwperiode is het Shell gebouw. Vanwege tekort aan bouwmateriaal was het verplicht om materialen te gebruiken, die niet toepasbaar waren voor
woningbouw. Maar óók ademt het gebouw in haar oorspronkelijke opzet de ‘geest’ van Rotterdam: de open ruimte. Deze loopt onder het gebouw door en maakt de eerste verdieping in feite tot een opgetilde begane grond.
Het gebied typeert zich daarnaast door enkele bouwvolumes die vlak naast, onder of boven elkaar staan (zie locatie foto’s). Neem de Shell luifel onder het Shell gebouw, de toren die vlak langs de gevel van het Shell
gebouw staat. De positionering van deze elementen creëert allerlei interessante
doorkijken. Het Mausoleum voor Rotterdammers voegt zich op eenzelfde wijze toe aan de bestaande context. Twee volumes vlak naast het Shell gebouw, maar er óók doorheen (!). De luchtsingel blijft behouden en steekt zowel door als langs het gebouw.
Het Mausoleum biedt de mogelijkheid aan Rotterdammers om bewaard te blijven voor ‘altijd’: een periode van 100 jaar. Deze tijdsduur is dusdanig lang dat deze beschouwt kan worden als eeuwig, doordat er meerdere generaties overheen zullen gaan. Daarnaast is de kwaliteit van het bewaren in relatie tot tijd, een belangrijkere drijfveer dan kwantiteit.
Zowel de programmering als de verschijning van het Mausoleum is gebaseerd op één vorm-concept, namelijk zwaar-licht contrast. Dit concept voert de regie in de gevelperforatie, in de rangschikking van type bewaren tot in de kern van het gebouw waar bijvoorbeeld duidelijk afleesbaar is middels gradiënt, bij welk type bewaren men zich bevindt. Als kers op de taart (of: als bloemen op het graf), zit bovenin de toren de meest ‘lichte’ manier van bewaren en dat is het uitstrooien van de overledenen over de stad.