Ontwerp 1
In dit ontwerp staat het shed-dak centraal, dat refereert aan het industriële verleden van Luik. Het  impliceert tevens het bestaan van een publieke hal binnenin. Het gebouw voegt zich in de stedenbouwkundige structuur door aan te sluiten op de rooilijn. Door een kleine verspringing ten opzichte van de vleesmarkt wordt deze zichtbaar vanaf het water. Het gebouw positioneert zich zodanig dat de ruimtes van het plein worden gedefinieerd.

De sporthal is georiënteerd in het verlengde van de markt, zodat deze in het weekend functioneert als een extensie hiervan. Door de entree tegenover de Vleesmarkt de positioneren ontstaat er een actieve openbare ruimte tussen de vleesmarkt en de sporthal.

Het gebouw is een monoliet met gevelopeningen die qua hoogte aansluiten op de plint van de gebouwen in de omgeving. De gevelbekleding bestaat uit aluminium. Dit industriële, lichtgrijze materiaal gaat een relatie aan met de andere veelal grijskleurige gevels in Luik.

Ontwerp 2
Centraal in dit ontwerp is de verdraaiing van de sporthal waardoor het volume zichtbaar wordt vanaf de markt. Het programma plooit zich om de sporthal heen. Hierdoor ontstaan er rondom het gebouw interessante stedelijke ruimtes. 

De stedelijke ruimtes worden geactiveerd door het publieke programma van de sporthal aan deze ruimtes te lokaliseren. Het gebouw introduceert de entree door het uitstekende volume die bezoekers uitnodigt naar binnen te gaan. Door de geringe hoogte en het platte dakvlak wordt de nadruk gelegd op de hoeken en stedelijke ruimtes die het gebouw creëert. In het weekend verbindt de markthal de markt met de winkelstraat ten noorden van de locatie. 

De gevel bestaat uit verticale betonnen kolommen die aansluit op de gevels in de omgeving. De gevel impliceert een non-hiërarchische opbouw van het ontwerp, hetgeen relateert tot het alzijdige karakter van het ontwerp. De open en gesloten delen verspringen van elkaar en lopen door langs de hoeken.

Ontwerp 3
De driehoekige vorm van dit ontwerp komt voort uit de vorm van het plot. Hierdoor wordt het gebouw op een bijzondere manier zichtbaar vanuit verschillende standpunten. De asymmetrie van de driehoek en de verdraaiing van het programma creëren een verscheidenheid aan stedelijke ruimtes. In dit ontwerp staat het contrast tussen het dak en het programma wat zich daaronder ontvouwt centraal.

Door de sporthal te verdraaien ontstaan er verschillende publieke ruimtes rondom, die in het weekend interessant kunnen zijn voor de markt. Elke buitenruimte heeft een andere betekenis. Sommige ruimtes hebben een entree, de anderen lopen door in de straat of eindigen in de markt. Aan de stadszijde volgt de sporthal de rooilijn van de tegenover liggende bebouwing terwijl aan de zijde van de Maas het gebouw zich opent richting de markt. De omliggende hoeken liggen in het vlak van de luifel, zodat deze de vorm het gebouw versterken. De hoofdentree ligt aan het nieuw gevormde plein.

Het dak wordt gedragen door enkele kolommen, die de lichtheid van het dak impliceren. Door de kolommen op de hoeken en langs de gevel te plaatsen worden het dak en de kolommen gelezen als één geheel. De volumes van de beide sportzalen steken uit boven het dak zijn bekleedt met regliet. De volumes lijken zo te zweven en voorzien de sporthal van daglicht. Het plafond van de luifel bestaat uit licht hout, zodat de buitenruimtes een warme uitstraling krijgen. De gevel bestaat uit stalen elementen die het programma laten samensmelten tot één volume. Het grijze staal gaat een relatie aan met de veelal grijze gevels van Luik.