naar overzicht

shortcut

  • Architectuur
  • 2017 / 2018
  • Tweede semester
  • docent: Bart Hollanders (Eagles of Architecture), Daniella Baumann
download project

Op het moment dat ik binnenliep in de Citroën-garage werd ik gegrepen door de spinnenwebben. Niet alleen echte maar ook webben van staal. De structuur is een overdaad van slanke kolommen, liggers en vakwerken. De open ruimte is te groot en druk om te bevatten, laat staan dat kunst op een rustige manier bekeken kan worden. Denkend aan het ‘Palais de Tokyo’ in Parijs is er gezocht naar een setting voor kunstbeschouwing die niet een…

Op het moment dat ik binnenliep in de Citroën-garage werd ik gegrepen door de spinnenwebben. Niet alleen echte maar ook webben van staal. De structuur is een overdaad van slanke kolommen, liggers en vakwerken. De open ruimte is te groot en druk om te bevatten, laat staan dat kunst op een rustige manier bekeken kan worden. Denkend aan het ‘Palais de Tokyo’ in Parijs is er gezocht naar een setting voor kunstbeschouwing die niet een ‘witte doos’ is, maar juist context geeft en die op verschillende manieren, met verschillende routes bruikbaar is als het ware een ‘ontdekking’.

De hal wordt opgedeeld in plakjes waarin verschillende tentoonstellingen kunnen plaatsvinden of juist één grote. Alle aangebrachte scheidingen in de plattegrond kunnen worden geopend of gesloten naar gelang het type tentoonstelling. Het is de dwarsrichting in het gebouw die geaccentueerd wordt, om duidelijk te maken dat deze richting repetitief is. De hoofdontsluiting gebeurd aan de Willebroekkaai, de Akenkaai en de centrale as die showroom en werkplaats met elkaar verbind. Om de bestaande gevelplint te behouden is er een tweede gevel geplaatst, met een offset van één stramien naar binnen, die de werkplaats klimatologisch geschikt maakt voor kunst.

De tussenruimte die ontstaat tussen de gevels kan het best beschouwd worden als wat Richard Sennett in ‘the open city’ een ‘porous edge’ noemt. Deze toegevoegde publieke ruimte maakt een grote promenade langs zowel de kaai als de kunst mogelijk, alsmede nieuwe manieren om van begane grond naar de verdieping te geraken.

Het gebouw heeft een duidelijke ‘nek’ tussen showroom en werkplaats, deze ruimte is uitgewerkt in de maquette. De plek wordt gemarkeerd door een kantoortoren, woontoren en het theater. De kantoortoren hoort bij de Citroën-garage en wordt beter betrokken bij de garage door het metselwerk uit het bestaande stalen raster te halen. Het theater zou een fantastische culturele connectie kunnen zijn met het museum. Deze gevel kan niet helemaal open gebroken worden vanwege achterliggende functies. De begane grond zou echter goed dienst kunnen doen als nieuwe foyer. Deze foyer vind aansluiting bij het museum, maar is wel separaat bruik- en afsluitbaar.

De bestaande hellingbaan wordt gehandhaafd en doet dienst als element om menselijke maat in de foyer toe te voegen en tegelijkertijd is het de basis voor een tribunetrap die gebruikt kan worden voor lezingen. Vanaf deze tribunetrap is er een korte route gemaakt naar zowel de kantoortoren en naar de foyer door middel van een spiltrap om een bestaande kolom. De onderste lagen van de kantoortoren worden gebruikt voor expeditie en workshops om de kunst zichtbaar te assembleren, hierboven bevinden zich (architectuur)archieven, architectuurcentrum, kantoren en de conciërgewoning als penthouse.

In de voormalige showroom bevindt zich op de begane grond een restaurant om tussen kunst te dineren. De bovenliggende lagen doen dienst als ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen die, goed verlicht, zichtbaar zijn als baken voor de stad. In de kap wordt ruimte geboden aan een kleinkunst/poppodium waarmee op informele wijze contact kan worden gelegd met één van de vele andere culturen die Brussel rijk is.

Lees meer

Onder constructie

De mobiele versie is nog onder constructie.
Bezoek de website op desktop.