In 1770 lag in het centrum van Schiedam twee stadsakkers; één bij de kerk en één bij het weeshuis. Waar ze ook omringt waren met sloten. Dit waren belangrijke elementen in het historisch landschap en is op dit moment in de huidige situatie niet meer terug te zien. Met dit project wordt de historie van teelt weer zichtbaar, door een stadstuin toe te voegen aan het centrum. Het is een rustpunt in de wijk; een…
In
1770 lag in het centrum van Schiedam twee stadsakkers; één bij de kerk en één
bij het weeshuis. Waar ze ook omringt waren met sloten. Dit waren belangrijke
elementen in het historisch landschap en is op dit moment in de huidige
situatie niet meer terug te zien. Met dit project wordt de historie van teelt
weer zichtbaar, door een stadstuin toe te voegen aan het centrum. Het is een rustpunt
in de wijk; een plek om samen te komen en te leren over groente en fruit
verbouwen. Het ontwerp is ontstaan vanuit de typische uitstraling van het
platteland landbouw; een herhaling van akkers die omringt zijn met sloten.
Het is
een stadstuin voor beleving, gebruik en kennis voor de bewoners. Zo is er een moestuin
voor de buurt waar gezamenlijk groene en kruiden kunnen worden gekweekt en
verbouwd. De fruitboom weide met onder andere pruimen, kersen en perziken.
Beide hebben ze een verhard pad zodat iedereen zonder vieze voeten ook kunt
genieten en plukken van al het groente en fruit. Daaraan ligt de weide voor
dieren. Bewoners kunnen de eieren van de kippen, de melk van de koe en het wol
van de schapen gebruiken. Met stapstenen door het groene verblijf kan iedereen
dichtbij de dieren komen.
Op de trap aan het water met aan het eind een plateau
kijk je uit op deze dieren. Hier kan je even zitten om te genieten maar er kan
ook gezwommen worden. Hieraan ligt een plein met notenbomen. In de zomer zorgen
ze voor beschutting en in de winter komt de buurt samen om noten te rapen. Bij
het museum en het weeshuis ligt de stadskas oftewel het buurthuis met horeca.
Ze hebben een eigen moestuin en ligt midden tussen twee pleinen. Vanuit je
stoel op het terras kijk je over het plein en het groen naar de kerk. Onder de
appel- en perenbomen aan de fruitbomenlaan zijn bankjes om te genieten aan het water
en van de stadstuin. De fruitbomenlaan is de verbinding tussen de kerk en de
stadskas.
Dit
betekend ook iets voor de woningen aan de stadstuin. Je wilt dan ook rustig en
privé kunnen wonen. Er is een mix van type woningen aan de stadstuin, dit zorgt
voor een diversiteit aan bewoners maar ook diversiteit in bouwvolume en gevels.
De woningen aan de stadstuin zijn een andere type dan de normale straten. Ze
hebben een terras aan de voorkant van de woning. Dit terras ligt verhoogd waardoor
voorbijgangers niet direct de woning in kijken en de toevoeging van het groen op
dit terras zorgt ervoor dat je privé en beschut kunt genieten van de stadstuin.
De woningen op de begane grond bezitten ook allemaal een eigen achtertuin, dat
zich afschermt door een lage haag naar het groene binnenplein met mogelijkheid
tot parkeren. Maar dit binnenplein kan ook een plein zijn om te spelen of
activiteiten per blok te organiseren. De andere type woningen liggen direct aan
de stoep, soms nog met voortuin. De eengezinswoning heeft bijvoorbeeld als
kwaliteit het dakterras en de beneden-bovenwoning de erker om in te zitten.
De verbindingsstraten naar de stadstuin toe zijn smaller van opzet en hebben een bloemenweide in het midden van de straat. Aan de rechterzijde sluit de parkeerlaan aan op de bestaande woningen. Het is de enige doorgaande straat voor autoverkeer en bijvoorbeeld het bevoorraden van het winkelcentrum. Aan de kant van de woningen komt de historische sloot van vroeger weer terug en de combinatie met het groen zorgt ervoor dat er een buffer tot de autoweg.