“De kantine en het veelzijdig element”, een voorstel bestaand uit twee elementen voor de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Deze zullen dienen als ontmoetingsplekken voor studenten en docenten. Het idee stamt af van de gekozen locaties, de kantine en de binnentuin. Deze twee staan centraal in het gebouw en staan recht tegenover elkaar, des te belangrijker dat de ingrepen op elkaar afgestemd zijn, zowel in vormgeving als in functie.

We ervaren twee kubussen. De ene massief en de ander transparant. Dit ervaren we door het materiaal dat voorkomt. De ene kubus representeert het oude academiegebouw door de bakstenen en de ander het nieuwe gedeelte door zijn glazen pui.

Deze eigenschappen zijn terug te vinden in de functionaliteit van de kubussen. De kantine is afgesloten, maar toegankelijk en de binnentuin is transparant, maar niet toegankelijk. Twee tegenpolen.

Hoe link je twee losgekoppelde kubussen met elkaar? Door vorm, positionering en materiaal. De elementen voor de binnentuin en de kantine zijn in de zojuist genoemde termen een vertaling van het oude en het nieuwe academiegebouw. De positionering van de elementen in combinatie met materiaal en vorm verbreken het statische eigenschap van de kantine en de binnentuin. Zo is de verplaatsing van de deur van de binnentuin naar de zijkant het antwoord op hoe je de ene interactie naadloos laat stromen vanuit de kantine naar de binnentuin en andersom.

Doorstroming: een belangrijk kernwoord bij het ontwerpproces. Dit gebeurt ook tussen de entree, binnentuin en de kantine. Vanaf dit punt word je naar binnen geleid door de vellen oranje traptreden en is het aan jou om jezelf te positioneren en een stap te zetten in de doorstroom tussen “De kantine en het veelzijdig element”. De elementen als coulisse waar studenten en docenten achter vandaan komen en zo deel uitmaken van het groter deel, het academiegebouw.