Eenmaal binnen zag ik een drukke wereld aan me voorbij; ouders met kinderen, jongeren, studenten, maar ook opa’s en oma’s. Wat doen al deze mensen hier? Ik dacht dat het Maritiem Museum alleen werd bezocht door schoolklassen?
Bij de info desk werd mij vertelt dat het hele gebouw compleet op de schop is gegaan; ”Veel herkenbare elementen zoals de ruwe constructie en de hellingsbaan van Quist zijn gebleven. Het bestaande atrium is er ook nog, maar dan hoger. Hierom heen draperen alle trappen met verschillende door zichten. Er is voortborduurt op de ‘Poezie van Quist’, met bijvoorbeeld het Rigide Grid” verteld de man. “Het is niet alleen een museum, maar meer dan dat”. “Een zwembad?!” roep ik iets te enthousiast. “Ja” zegt de man; “Een zwembad, sportschool, danslokalen…Je kunt het zo gek niet bedenken, maar veel functies waar mensen in hun vrije tijd gebruik van kunnen maken zijn hier gevestigd”.
“Heb ik een kaartje nodig?” vraag ik aan hem. Hij legt uit dat veel van de collectie zoals de buitencollectie wel te zien zijn door het gebouw heen, om de bezoeker altijd te prikkelen. “Maar wil je een tentoonstellingszaal in, dan heb je wel een kaartje nodig.” Hij raad me aan om voor de eerste keer via alle trappen omhoog te dwalen. “Zo ontdek je het D.O.C.Q. op haar best!”
Op mijn weg door het gebouw, langs het ruimtelijke atrium waar van alles gebeurd, kom ik verschillende soorten mensen tegen. Een oudere man die voor de reuring hier elke dag komt. Een studente die door ‘een koffietje hier te doen’, nu een tentoonstelling van het Maritiem ontdekt. Een alleenstaande moeder, die haar zoontje Jorik op zwemles heeft afgezet. Ze kan nu zelf een uurtje sporten in de sportschool. Of een jonge man die van het uitzicht aan het genieten is. “Mooi he?” vraagt Nabib als we samen door het Venster op de Maas kijken. Hij en ik raken aan de praat, waarna we spontaan een hapje gaan eten in het restaurant bovenin het gebouw. Ik had inmiddels van al dat dwalen trek gekregen. Deze plek, dit uitzicht…Daar kom je toch voor terug?!