De voormalig industriele spoorzone van Roosendaal wordt de komende jaren getransformeerd naar wijk voor wonen/ werken/cultuur/innovatie. Mijn doel is om het oude centrum met deze nieuwe ontwikkeling te verbinden. Precies op deze tussen de nieuwe wijk en het centrum ligt de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek – een industriegebouw uit 1947. Het gebied tussen spoor en kade heeft de laatste eeuw de ontwikkeling doorgemaakt van historische suikerindustrie naar grootschalige productie tot – de laatste 20 jaar…
De voormalig industriele spoorzone van Roosendaal wordt de komende jaren getransformeerd naar wijk voor wonen/ werken/cultuur/innovatie. Mijn doel is om het oude centrum met deze nieuwe ontwikkeling te verbinden. Precies op deze tussen de nieuwe wijk en het centrum ligt de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek – een industriegebouw uit 1947. Het gebied tussen spoor en kade heeft de laatste eeuw de ontwikkeling doorgemaakt van historische suikerindustrie naar grootschalige productie tot – de laatste 20 jaar - kleinschalige cultuur- en maak-industrie. In de gemeentelijke planvisie moet de plek nu ontwikkeld worden om ook woningbouw te huisvesten, waarmee grootschalige vernieuwing voor de deur staat.
Tegelijkertijd wordt met de komst van ontwikkeling naar woningbouw bestaande culturele, creatieve maak-industrie uit het gebied verdreven. Het is een herkenbare trend binnen gentrificatie waar dergelijke initiatieven als tijdelijke ‘placeholder’ worden ingezet, om vervolgens plaats te moeten maken voor permanente commerciele invulling. Door middel van permanente huisvesting van cultuur kan gebroken worden met het idee van cultuur als tijdelijke gentrificatiemachine.
In de nieuwe wijk ‘Stadsoevers’ lijkt de Van Gilse Kandijfabriek buiten beschouwing gelaten te worden. Een niet-ingekleurde vlek in de planvisie, wachtend op leegstand, sloop en nieuwbouw. Terwijl behoud en integratie van de fabriek juist zo belangrijk is voor de authenticiteit van de plek: Op de eerste plaats omdat het gebouw een bouwhistorisch en cultuurhistorisch monument van het gebied belichaamt. De aanwezigheid van de suikerfabriek heeft de plek en stad ontwikkeld tot wat het nu is, op het kruispunt van centrum, woonwijk en industrieterrein.
In mijn herbestemming van de Van Gilse Kandijfabriek ligt de nadruk enerzijds op het ontwerp van de publieke en collectieve ruimten, en anderzijds op de discrete interventie in het bestaande erfgoed. Dwars door het gebouw knipt een nieuw toegevoegde centrale as de verschillende aaneen gesmolten bouwdelen en versterkt de leesbaarheid van het oorspronkelijke ensemble. Langs deze centrale as in het gebouw wordt een publieke route gerealiseerd die gebruikers en bezoekers door het gebouw leidt.
Zes bouwdelen van het ensemble huisvesten de verschillende initiatieven en zijn intern georienteerd rondom een collectie hart. De centrale as verbindt de stad met dit collectieve hart van de fabriek. Door de kandijfabriek op stedenbouwkundig strategische plekken naar de omgeving te openen krijgt deze een publiek karakter.
De voorgestelde route start in het verlengde van de toekomstig aanliggende woonwijk, leidt de bezoeker langs verschillende initiatieven en door het collectieve hart, om vervolgens uit te komen bij het horecaplein gericht op de zuidelijke centrumzijde. Onder de voormalige schoorsteen waarlangs een nieuwe uitkijktoren komt, vormt het ketelhuis met haar horecafunctie een warme start van de publieke route vanaf de centrumzijde. Een belangrijk uitgangspunt in de herbestemming is het verschil in de vormgeving van de publieke route en de vormgeving van interventies in de bestaande bouwdelen. De architectuur van de publieke route is expressief vormgegeven en contrasteert met de bestaande, functionele wederopbouwarchitectuur van de fabriek. In bestaande bouwmuren wordt discreter vormgegeven aan architectonische interventies – nieuwe doorbraken worden versmolten met het ritme van bestaande vensters en kennen een gelijke maat, kleurstelling doch eigentijdse plasticiteit en materialiteit. De transformatie van de Van Gilse Kandijfabriek is een ruimtelijke interventie in het 20e-eeuwse fabrieksensemble die de bouwdelen en hun gebruikers verbindt met elkaar en hun context.
Lees meer