‘‘Ik meander door het landschap en de stad. Eeuwen vol beroering. Mijn verleden is verdwenen. Ik lijk te verwateren. Verweven in het hedendaagse, voel ik me toch buitengesloten van het dagelijkse leven. Ik veranker mij opnieuw in de stad en mijn verhalen komen weer tot leven. Ik voel me herboren.’’
Uitputting van het landschap is vaak het gevolg van het nastreven van economische doelen. Onze prestatiemaatschappij leidt op…
‘‘Ik meander door het landschap en de stad. Eeuwen vol beroering. Mijn verleden is verdwenen. Ik lijk te verwateren. Verweven in het hedendaagse, voel ik me toch buitengesloten van het dagelijkse leven. Ik veranker mij opnieuw in de stad en mijn verhalen komen weer tot leven. Ik voel me herboren.’’
Uitputting van het landschap is vaak het gevolg van het nastreven van economische doelen. Onze prestatiemaatschappij leidt op een andere manier ook tot een vorm van uitputting bij mensen. In de werkstad Rotterdam komen de bijwerkingen van economische vooruitgang en de toenemende prestatiedruk van haar bewoners samen. Die complexiteit of ziekteverschijnselen op stedelijk niveau vragen om een verandering van onze levenswijze. Alleen dan kunnen we blijven functioneren in deze prestatiemaatschappij.
Een oplossing voor de uitputting van stad en mens ligt mogelijk bij plekken voor rust en bezinning. Terwijl door stedelijke verdichting en intensiteit de druk op de openbare ruimte toeneemt, groeit de behoefte aan rustmomenten in zowel stad als buitengebied. Juist dit soort plekken kunnen een belangrijk middel zijn om de geestelijke en fysieke conditie van de stedeling, maar ook de biodiversiteit en klimaatopgave, op peil te houden of te verbeteren.
Rotterdam ontleent zijn bestaansrecht en naam aan de Rotte; een veenrivier van 21 kilometer lengte die tot in het hart van de stad stroomt. De Rotte was, net als de Maas en de Schie, ooit een belangrijke rivier om grondstoffen en goederen aan en af te voeren. Mede door deze waterverbindingen ontwikkelde Rotterdam zich tot een werkstad met een voortvarende economie. De relatie tussen stad en natuur werd daarbij voortdurend opnieuw geïnterpreteerd. De rivier en het landschap waren afwisselend een gevaar, een bedreiging, een functioneel middel of grondstoffenbron.
Met de demping van de Binnenrotte in 1871 kwam een (voorlopig) einde aan die dynamische wisselwerking tussen stad en land. Met deze ingreep startte een fase van ontkenning van de Rotte in het binnenstedelijke gebied. De afgelopen 140 jaar werd de veenrivier niet als kwaliteit erkent. De stad keerde haar rug naar de Rotte toe. Maar deze onverminderd potentiële stad-land verbinding ligt nog steeds verscholen in het weefsel van de stad.
‘De belofte van de Rotte als achtertuin’ vraagt om hernieuwde aandacht voor én een herziening van de relatie tussen natuur, mens en stad. Het project laat de potentie van deze verscholen rivier zien en speelt daarmee in op de groeiende behoefte naar rust in de stad. De achtertuin is een metafoor voor een intieme, geborgen plek waar je jezelf kan zijn. Een plek voor iedereen, maar vooral voor Rotterdammers. Juist in contrast met de Maas, het gezicht van de stad.
Met de (her)ontdekking van deze oude, maar kansrijke relatie tussen stad en natuur ontwikkelt zich een ontdekkingsreis langs de vergeten verhalen van Rotterdam en haar Rotte. Een zoektocht naar de afwezigheid van het dagelijkse.
‘De belofte van de Rotte als achtertuin’ is een ruimtelijke structuur, waarbij de veenrivier centraal staat. Een structuur die het stedelijk weefsel verbindt met het landschap tot aan de Oude Rijn; van Oorsprong tot St. Laurenskerk. Het nieuwe narratief wordt gevormd door plekken voor verwondering. Elke plek vormt een moment langs deze hernieuwde stad-land verbinding. Elke plek vertelt een eigen verhaal over de Rotte en dragen ze gezamenlijk, door hun rust, bij aan bewustwording en bezinning van passanten. Zo transformeert de Rotte van een symbool van uitputting en verwaarlozing in een van de omarming tussen natuur, mens en stad.
Website: http://www.bandy.nl/rotte/presentatie
ERASMUSSTUDIO’S
ZATERDAG 09:00 UUR
Mensen lopen in en uit het hoog oprijzende gebouw dat tot in de hemel lijkt te reiken. Verhalen uitgebeeld in glas in lood zorgen voor zowel een gevoel van weemoed, nostalgie als warmte. Hierbinnen omarmt je de stilte. Een huis van god dat op natuurlijke wijze respect krijgt. Een trap leidt je naar de kelder waarna je een lange, verduisterde gang inloopt. Aan het einde daarvan staat een bronzen beeld van een man met een groot boek in zijn handen. Verlicht door invallend licht door een gat in het plafond herken ik de geleerde Erasmus. Hij vormt het natuurlijke middelpunt van de inspirerende ruimte. Naast het beeld zijn twee openingen die een achterliggende tuin onthullen. Een kleine ruimte met langs de wanden volle boekenkasten wenkt uitnodigend. Via de verlaagde tuin, waar de Rotte nog net zichtbaar is, zijn twee studio’s te bereiken. Het donkere metselwerk van de wanden en begeleidt de bezoeker. Elke studio is bescheiden van opzet met een sober bureau en een zitplek. De ruimte sluit zich als een cocon om je heen. Ondertussen hou je zicht op de Rotte én de verstilde tuin. Het is een plek voor uiterste concentratie.
Het besef van tijd verdwijnt en de schaduwen op de wanden bewegen mee met de wijzer van de klok. De zonnestralen van de lente breken door het wolkendek; de zon verleidt tot een pauze. Een moment om tot jezelf te komen. Zittend in de tuin transformeert het geluid van de stad tot ruis. Het gefluister klinkt van mensen in de verte en van andere gelijkgestemden die even hun rust pakken of nadenken over wat ze net gelezen hebben. Een vrouw van middelbare leeftijd lacht me toe terwijl ze gaat zitten. ‘Inspirerende plek, hè?’ Erasmus zou deze serene plek in de stad ongetwijfeld gewaardeerd hebben.
LUSTHOVEN AAN DE ROTTE
MAANDAG 20:00 UUR
Sterren beginnen lichtjes te schijnen aan de hemel, enigszins gedimd door het leven van de stad. Het is makkelijk om op deze plek je aandacht te verliezen en in gedachten te verzinken. Er zijn meer mensen die hier hun hond uit laten. Vanjie komt aangerend nadat ik haar roep. Een glimp van de lusttuinen is nog net waar te nemen over de muur, voordat die geleidelijk verdwijnen achter het metselwerk. Een gevoel van nietigheid en nederigheid overmeesterd me. De singel schittert in de verte door de volle maan die ook is opgekomen. Door een opening in de muur is de Kroosboomgaarde weer te zien. Dit keer op gelijke hoogte. Binnen in dit hof staan talloze bomen in rijen achter elkaar. Repetitief en in harmonie. De warmte van de zomerdag straalt nog wat van een wand die synchroon aan de bomen door het hof loopt. In de nissen klimmen planten naar boven. Ze lijken te gaan slapen nu de zon onder is gegaan.
Overdag is het hier anders en barst deze plek van activiteiten. Maar de schoolkinderen hebben het hof nu verlaten en de glazen kassen, waar ze lessen over het telen van planten- en kruiden volgen, zijn donker en verlaten. In de community-kas brandt nog wel licht. Twee mannen zijn met veel plezier een aantal stekken aan het planten. Ze zwaaien vriendelijk naar me. Een jongen plukt krozen uit één van de fruitbomen en eet ze met smaak op. Het geluid van een tram in de verte voorbijraast dringt amper door in het groene hof. Wel hoor ik zacht geklets van voorbijgangers terwijl ze achter de slangenmuur voorbij fietsen. Deze plek heeft een stilte en rust die in Rotterdam zeldzaam is.
HET HOOIHUIS VAN CHABOT
DONDERDAG 17:00 UUR
Riet siert de kade en danst mee met windvlagen. Tegendraadse paaltjes wijken af van het bestaande pad. Normaliter zou nieuwsgierigheid hier de overhand krijgen. Maar wetende dat hier vandaag een kunstroute loopt, heeft de verwachtingen over de plek al enigszins bepaald. Met het voormalig woonhuis van de schilder Chabot achter mij, verleiden de houten paaltjes tot het betreden van de onverharde route om zo het landschap in te gaan. Het pad lijkt vandaag al vaker bewandeld te zijn. Met de stad uit beeld lijkt de lichtblauwe zee boven het hoofd groter te worden. In de stad is de weidsheid van de lucht slechts op enkele plekken te ervaren, maar hier op het Land van Chabot voel je ruimte, leegte en lucht.
Een rechte lijn naar een houten bouwwerk. De vorm herkenbaar uit de schilderijen van Chabot. Gebukt onder de riante kap, kan je je waterfles vullen. De houten constructie is prominenter dan gedacht en verrast daardoor. Het getuigt van zowel van ambacht als durf. Op de eerste verdieping is de expositie over het veranderende landschap ingericht. Daarna een trap naar de bovenste etage. Nog een verdieping hoger sta ik weer in de frisse buitenlucht, nu alleen wat hoger. Een vrouw geniet van het weidse uitzicht; ze lijkt in trance. Een aantal vogels vliegen verderop de horizon tegemoet. De zon staat laag en door de kou ligt er een deken van dauwdruppels over het landschap. Bevangen door de schittering van deze omgeving vergeet ik de opdringerige drukte van de stad.
DE OORSPRONG
ZONDAG 13:00 UUR
De warme zon lacht, terwijl het water zachtjes tegen de zijkant van de boot klotst . De strakblauwe hemel geeft het gevoel van vrijheid na een drukke werkweek. Eeuwenoude molens reiken hoog boven de uitgestrekte polders en getuigen van de geschiedenis die deze plek ademt. Verderop staat een bordje waarop ‘Moerkapelle’ staat. De watergang wordt alsmaar smaller en de eenden worden hier uit het water gestuwd door de golven van de boot. Een windmolen zonder wieken, ‘De Oorsprong’ , staat als een statige wachter aan het begin van de rivier. Verderop verdelen gekreukelde wanden het landschap in kamers, als schijven.
Een ouder stel fietst al kletsend voorbij richting het zuiden. Afgeleid kijkt de vrouw naar links om de kamers, gevormd door de damwanden, tot zich te nemen. Het gesprek lijkt een andere wending te nemen wanneer ook de man zijn hoofd draait. Verderop stapt een gezin de kamer in en volgt het pad van kamer naar kamer. In elke kamer stoppen ze even, tikken hun zoontje op de schouder en wijzen over het landschap dat ze opnieuw beleven.
Met een zachte bries in de rug is het uitnodigend om hun voorbeeld te volgen. Eén stap naar beneden zorgt direct voor een volledige onderdompeling in het landschap; schuifelend over de roostervloer. Een gevoel van nederigheid ontstaat bij het besef dat zich hier vele, oude en nieuwe, verhalen samenkomen over symbiose, gebruik en verbruik. Elke kamer een vizier op het landschap, een verlengstuk van deze verhalen. Geschiedenis die makkelijk te vergeten is door het tempo van het hedendaagse maar hier wordt vastgelegd.