In 2050 moet de Rotterdamse haven CO2 neutraal zijn, terwijl de haven op het moment voor 60% bestemd is voor fossiele brandstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld raffinaderijen of opslag van natte bulk.
Om de transitie naar een schone brandstof te kunnen doormaken moet er uitbreiding van de haven plaats vinden. Zonder samenwerking tussen oliemaatschappijen zal de haven moeten verdubbel, bij samenwerking moet er een derde Maasvlakte komen. Zou deze ruimtevraag ook opgelost kunnen worden door de haven…
In 2050 moet de Rotterdamse haven CO2 neutraal zijn, terwijl de haven op het moment voor 60% bestemd is voor fossiele brandstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld raffinaderijen of opslag van natte bulk.
Om de transitie naar een schone brandstof te kunnen doormaken moet er uitbreiding van de haven plaats vinden. Zonder samenwerking tussen oliemaatschappijen zal de haven moeten verdubbel, bij samenwerking moet er een derde Maasvlakte komen. Zou deze ruimtevraag ook opgelost kunnen worden door de haven te intensiveren?
Lees meerDe Rotterdamse haven is ontstaan rond 1250 met de aanleg van een dam in de Rotte. Rond 1600 was de haven uitgegroeid tot een (in vergelijking met nu) kleine en compacte haven. De haven was dicht bebouwd, pakhuizen rijkelijk versierd, en opslag en overslag lag dicht bij elkaar.
De haven heeft door de tijd een enorme ontwikkeling doorgemaakt, waarbij ook het karakter totaal veranderd is. Rond 1880 kwam het spoor en de stoomtrein op. de haven breidde zich uit naar de zuidkant van de Maas. Hij werd minder dicht, maar alsnog waren er hoge opslagpanden en was de afstand tussen opslag en overslag kort.
Rond 1960 kwamen de fossiele brandstoffen op. De haven spreidde zich steeds verder uit, en werd steeds viezer, onpersoonlijker en niet toegankelijk.
Deze schaalvergroting en onpersoonlijkheid is ook tegenwoordig nog steeds in de haven. De Maasvlakte biedt ruimte aan de grootste containerschepen ter wereld. Afstand tussen opslag en overslag is groot, en de logistieke dozen zijn enorm en monotoom.
Wat kan er voor de toekomst als uitgangspunt dienen?
– Terug naar intensieve en gevarieerde haven: ruimtewinst, hoge FSI en GSI
– Menselijke maat terugbrengen
– Terug naar een korte afstand overslag, opslag en vervoer
– Nieuwe gebouwtypologie voor opslag en overslag
– Elektrificatie korte afstanden
– Waterstof lange afstanden
Naast het vraagstuk over de ruimtevraag is er ook nog de vraag op welke brandstof we over zullen gaan. In de strategie voor de haven en regio is ervan uitgegaan dat grotere voertuigen, zoals schepen, varen op waterstof, kleinere voertuigen zullen op elektriciteit rijden. Waterstof heeft een grotere actieradius, en elektriciteit is makkelijk lokaal en veilig op te wekken.
De intensivering van de haven, waarbij er meer bedrijvigheid zal worden gevestigd, vind om deze reden plaats tegen de bestaande stad en zal zich richten op elektrificatie.
De intensivering en transformatie van de haven zal plaats vinden aan de hand van de generieke gridstructuur die de raffinaderijen nu hebben.
Stapsgewijze transformatie
De eerste stap in de transformatie is een netwerk. Dit netwerk strekt zich uit over het hele terrein.
De tweede stap is de aanleg van de openbare ruimte. Dit beperkt zich tot de plek van de ontwikkeling.
De derde stap is de bebouwing. Deze ontstaat aan de openbare ruimte en bestaat uit een goederenstroom; overslag en opslag, bewerking en logistiek.