Het meest natuurlijke aan het leven is de dood. Toch praten we er in Nederland niet graag over, en gaan we het onderwerp liever uit de weg tot we het daadwerkelijk in de ogen moeten kijken. 


Het meest natuurlijke aan het leven is de dood. Toch praten we er in Nederland niet graag over, en gaan we het onderwerp liever uit de weg tot we het daadwerkelijk in de ogen moeten kijken. 


Als maatschappij besteden we de omgang met de dood zoveel mogelijk uit aan grote uitvaartorganisaties en verzekeraars, partijen die veel macht hebben en hier veel geld aan verdienen. Hun diensten zijn gestandaardiseerd, bieden weinig ruimte voor persoonlijke invulling en over de technische en industriële processen aan de achterkant zijn ze helemaal gesloten.


Tegenwoordig wordt circa 70% van de overledenen gecremeerd, iets wat in Rotterdam alleen al zorgt voor 12.000 crematies per jaar, verdeeld over zes crematoria. Volgens TNO wordt er 60m³ gas per crematie verbruikt en circa 200 kilo CO2 uitgestoten. De moderne, veelgebruikte methoden voor lijkverwerking zijn zeer vervuilend en we hebben onszelf door de drang naar efficiëntie haast volledig onttrokken uit de natuurlijke kringloop. 


Onze cultuur heeft ook emotioneel een afstand tot de dood ontwikkeld. In Nederland zien we sterven vaak als een definitief einde, maar vele andere culturen hebben een meer cyclische blik. In het Japanse shintoïsme wordt de dood bijvoorbeeld beschouwd als het overwinnen van je sterfelijkheid, niet als troosteloos einde. De Death Positive Movement gelooft dat het verbergen van de dood en het sterven meer kwaad dan goed doet in een samenleving, en dat de cultuur van het stilzwijgen doorbroken moet worden om mensen te helpen volwaardiger te leven en meer betekenis te geven aan het dagelijks bestaan. 


Met de groeiende klimaatcrisis en de behoefte aan meer zingeving wordt deze vervreemding van natuurlijke processen steeds problematischer. We kunnen het ons simpelweg niet meer veroorloven om onszelf buiten de natuur te plaatsen. Dit vraagt om een systeemverandering.


Aan de Top focust op het natuurlijke proces van composteren, de tegenhanger van cremeren. In een periode van twee maanden veranderen lichamen weer in vruchtbare grond, en keren overledenen op een organische wijze terug in de kringloop van het leven.   


Mijn project is een onderzoek naar een andere manier van verwerken, zowel praktisch als emotioneel, en mijn gebouw omarmt de dood als een integraal, zichtbaar en tastbaar onderdeel van de stad. Het stelt de vraag: kan het zichtbaar maken van een vaak onzichtbaar proces ruimte bieden aan een andere kijk op de dood in het dagelijks leven?

Lees meer

Onder constructie

De mobiele versie is nog onder constructie.
Bezoek de website op desktop.