Het ventilatiegebouw van de Maastunnel, ooit een anonieme machine, krijgt een nieuwe publieke functie in de vorm van een museum. Historische waarde, beleving en techniek blijven zichtbaar en vormen de basis van het ontwerp. De plint wordt transparant en huisvest toegankelijke publieksruimtes voor zowel museumbezoekers als voorbijgangers. Een centrale as verbindt de drie gebouwen met elkaar, het nieuwe Maas Paviljoen, het bestaande ventilatiegebouw en het bestaande entreegebouw van de Maastunnel.
Het nieuwe Maaspaviljoen spiegelt het oorspronkelijke…
Het ventilatiegebouw van de Maastunnel, ooit een anonieme machine, krijgt een nieuwe publieke functie in de vorm van een museum. Historische waarde, beleving en techniek blijven zichtbaar en vormen de basis van het ontwerp. De plint wordt transparant en huisvest toegankelijke publieksruimtes voor zowel museumbezoekers als voorbijgangers. Een centrale as verbindt de drie gebouwen met elkaar, het nieuwe Maas Paviljoen, het bestaande ventilatiegebouw en het bestaande entreegebouw van de Maastunnel.
Het nieuwe Maaspaviljoen spiegelt het oorspronkelijke entreegebouw en integreert het lijnenspel van wandtegels. Met behoud van de kadelijn sluit het aan op de drijvende gebouwen langs de Parkhaven. Door het toevoegen van de watertaxi in het nieuwe paviljoen wordt de functie gespiegeld van het bestaande entreegebouw.
Nieuwe woningbouw verkleint het zicht vanaf de noordzijde; een zichtbare entree tussen ventilatiegebouw en paviljoen maakt de publieke functie herkenbaar. Een open overkapping tussen het ventilatiegebouw en het bestaande entreegebouw maakt mogelijk dat het park doorgezet kan worden en dat het water en de tegenoverliggende kade voelbaar zijn. De nieuwe toevoegingen versterkt de symmetrie en zichtbaarheid van het gebouw, zonder afbreuk te doen aan het oorspronkelijke karakter.
Lees meerBehoud van waarde en transparantie van techniek blijven leidend. De controlekamer en laagspanningsruimte blijven intact en worden dankzij ramen zichtbaar vanaf de publieke route. Vier voormalige ventilatieschachten krijgen een nieuwe functie als circulatieroutes, waarbij hun oorspronkelijke rol als luchtkanalen tastbaar blijft. De grote schacht krijgt een glazen dak, waardoor daglicht de indrukwekkende hoogte voelbaar maakt.
Het Maaspaviljoen spiegelt het entreegebouw; binnen en buiten vloeien in elkaar over dankzij transparante gevels. De grote galerij in de oude installatiehal vormt een lichte, symmetrische ruimte met een logische route en subtiele verwijzingen naar de oorspronkelijke techniek.
In de kelder ligt het Maastunnelmuseum, met schuine wanden en schachten. Eén schacht wordt verwijderd, waardoor een open ruimte ontstaat. Diepe nissen versterken het gevoel van oneindigheid en ruimtelijkheid in de kelder, wat het thema van het Maastunnelmuseum versterkt. De derde tentoonstellingsruimte beslaat twee verdiepingen, die verbonden zijn met een centrale trap. Het hoge plafond en de lamellen zorgen voor een interessante lichtinval. De beleving van de bestaande ruimtes, voorheen niet toegankelijk, worden door heel het gebouw zoveel als mogelijk in stand gehouden, zodat de machine daadwerkelijk publiek wordt.