In de studio The (Un)Common Room stond de vraag centraal hoe collectieve woonvormen zich verhouden tot de overgang tussen het publieke en het private domein. Hoe kunnen 'tussenruimtes' zoals stoepen, poorten, binnenterreinen en galerijen bijdragen aan een gevoel van gedeeld eigenaarschap en gemeenschappelijkheid in een stedelijke woonomgeving?

Mijn ontwerp beantwoordt deze vraag door het toevoegen van twee nieuwe dwarsstraten in het Haagse Regentessekwartier. Deze dwarsstraten breken het langgerekte bouwblok open en introduceren een reeks nieuwe woontypologieën, waarbij de collectieve tussenruimte als sturend element fungeert.

De dwarsstraten zijn verhoogd en ingericht als rustige, voetgangersvriendelijke straten waar voordeuren direct op uitkomen. Hier bevinden zich rijwoningen met private tuinen, woningen rondom een gedeelde binnentuin, en appartementen met brede leefgalerijen. Elke ruimte–van straat tot tuin tot galerij–is ontworpen om ontmoeting en toe-eigening te stimuleren.

Zo draagt het project niet alleen bij aan verdichting, maar versterkt het ook de samenhang van de wijk. De nieuwe tussenruimtes vormen de ruggengraat van een fijnmazige, toekomstbestendige stadsbuurt.