Stadverdeelcentrum


Nederland staat bekend als het distributiecentrum van Europa. En met reden, want Nederland telt nu al 40 miljoen vierkante meter aan logistieke centra en volgens de STEC-groep komt daar in de toekomst nog eens 20 miljoen vierkante meter bij. Dat is te vergelijken met de oppervlakte van een stad als Leiden!  


Vooral vanwege economische motieven bevinden deze logistieke centra zich aan de randen van steden en naast snelwegen. Al deze gebouwen bij elkaar worden in ons…

Stadverdeelcentrum


Nederland staat bekend als het distributiecentrum van Europa. En met reden, want Nederland telt nu al 40 miljoen vierkante meter aan logistieke centra en volgens de STEC-groep komt daar in de toekomst nog eens 20 miljoen vierkante meter bij. Dat is te vergelijken met de oppervlakte van een stad als Leiden!  


Vooral vanwege economische motieven bevinden deze logistieke centra zich aan de randen van steden en naast snelwegen. Al deze gebouwen bij elkaar worden in ons vak dozenlandschap genoemd. Ze zijn horizontaal georiënteerd en hebben, zoals de naam al suggereert, geen hoogwaardige architectuur. Dat is ook niet nodig, want er worden geen bezoekers ontvangen. Het enige dat deze dozen nodig hebben, is een groot logo en voldoende ruimte voor logistieke bewegingen. Echter, deze anonieme dozenzones zijn daarmee niet bepaald een visitekaartje voor de stad. Maar nog erger, ze versperren de relatie tussen de stad en het landschap.


Mijn primaire reactie was: dit kan anders. Deze werkelijkheid vraagt om een alternatief.  Ik vind namelijk dat we de dozen van nu niet moeten camoufleren met groen, maar moeten integreren in de stedelijke maatschappij. Maar als het onderdeel wordt van de stad, moet er zeker iets veranderen aan de eenduidigheid van deze dozen. Daarom gaat mijn onderzoek vooral over het transformeren van een simpele doos in een complexe machine. 



Mijn fascinatie voor de logistieke sector komt voort uit mijn taalontwikkelingsstoornis (TOS). Het is voor mij altijd lastig geweest om mijn beperking op gebied van taalgebruik aan anderen uit te leggen. Daarom heb ik tijdens mijn middelbare schoolperiode een animatie gemaakt, die in beeld en geluid uitleg geeft over wat zich fictief in mijn hoofd afpeelt. In analogie met deze animatie over taalpakketjes, worden in een distributiecentrum ook pakketjes getransporteerd, geordend en opgeslagen. Uitgaande van deze interesse voor de machine maak ik uiteindelijk een vertaalslag naar architectuur, waarbij het ontwerp onderdeel wordt van de logistieke machine.

Volgens mij maakt de nieuwe circulaire economie het mogelijk om geautomatiseerde distributiecentra in de stad te situeren en heb ik gezocht naar een nieuwe typologie voor een stedelijk distributiecentrum. Dat kan natuurlijk niet overal geplaatst worden. Ik heb gekozen voor het voormalig stadshavengebied  Merwe-Vierhavens in Rotterdam. Dit gebied heeft de schaal en de maat om circulaire of technologische bedrijven te huisvesten en met deze innovatie ontstaat een kans om samenwerkingsverbanden te creëren. Dit uitgangspunt maakt het tegelijkertijd mogelijk om te testen hoe een relatie aangegaan kan worden met een stedelijke omgeving. 


Belangrijke uitgangspunten voor zo’n stadverdeelcentrum zijn naast de locatie ook de keuze van de bedrijven binnen het ontwerp. Dit laatste is belangrijk, omdat deze bedrijven gaan samenwerken. Zo kan een automatisch distributieproces enorme voordelen bieden vanwege een efficiënt-circulaire-voetafdruk. Als studie case is gekozen voor PICNIC in combinatie met Pieter Pot en de voedselbank. Het ontwerp laat dus een gecombineerd voedsel-, services- en bezorgingsbedrijf zien, waarbij de bedrijven die erin zitten niet voortkomen uit de aangeboden ruimte, maar uit de hoofdmachine die erin staat. Om dit mogelijke te maken hebben de bedrijven dezelfde aangeboden services, die gecombineerd worden in een bedrijfsverzamelgebouw.  


Vanwege de hoge grondprijs binnen de stad is deze typologie verticaal georganiseerd. Ook moet opnieuw gekeken worden naar de logistiek in combinatie met de verschillende verkeersstromen van de stad. Alleen dan ontstaat het gewenste ruimtegebruik dat wél een relatie kan aangaan met de context. Als aan deze voorwaarden is voldaan kan dat leiden tot goede stedelijke oplossingen. Zo kan in het ontwerp wel een bezoekersadres worden opgenomen, een duidelijk verschil met de dozen buiten de stad. Dit ontwerp doet recht aan de identiteit van Merwe-Vierhavens en dat mag dan ook gezien worden. Daarom verdient het ontwerp een centrale plek in het hart van de 24 uurs economie van Merwe-Vierhavens. Bovendien past de nieuwe typologie bij het innovatieve karakter van Merwe-Vierhavens en kan het hopelijk als voorbeeld dienen voor andere locaties in Nederland.


Tot slot is mijn eerder genoemde taalontwikkelingsstoornis vrijwel niet van buitenaf te constateren. Maar transparantie kan veel begrip en acceptatie opleveren. In analogie daarmee is het veel interessanter om in de stedelijke situatie de machine ook van binnen te zien in plaats van alleen de buitenkant, zoals nu de saaie schil waar Nederland behoorlijk vol mee staat.

Lees meer

Onder constructie

De mobiele versie is nog onder constructie.
Bezoek de website op desktop.