De compositie van het museum wordt herzien en waar mogelijk aan aangevuld. De oorspronkelijke bibliotheek en leeszaal worden in ere hersteld. Door zo veel mogelijk binnen de muren van het Kunstmuseum uit te breiden blijft te beleving intiem en authentiek. De bestaande envilade-structuur van het museum wordt buiten het museum doorgestempeld op een grotere schaal, om ruimte te bieden aan forsere kunst objecten en installaties.
De uitbreiding verplaatst de werkruimten en backoffice naar een eigen vleugel. De staff van het museum, momenteel verspreid over het Kunstmuseum en het Museon, krijgt een eigen plek met ateliers en bespreekruimten. Een logistiek knelpunt is de expeditieweg aan de achterzijde van het museum. Door de expeditie te verplaatsen naar de Catsheuvel is het mogelijk de tuin voor het eerst in 70 jaar aaneengesloten te maken. Een passage in de uitbreiding draagt hier aan bij.
In het ontwerp staat het grid (1,1×1,1) van Berlage centraal. Op verschillende schaalniveaus een eigen interpretatie gegeven aan de bestaande elementen. Het resultaat is een fusie van de geometrische vormen van het gemeentemuseum en de sobere vormgeving van de scharmhartvleugel in een eigentijds materiaal. De kolom is een terugkerend element in de tuin, de uitbreiding krijgt door het toepassen van een colonnade een ondergeschikt karakter. De uitbreiding slaat een brug tussen de twee volumen. In het ontwerp wordt ook de fysieke verbinding tussen het Kunstmuseum en het KM21 hersteld, zodat de mogelijkheid ontstaat om gezamenlijk exposities te organiseren.