De stad is een door de ogen van de natuur een landschapstype. De stad heeft als landschapstype complementaire eigenschappen ten opzichte van landschapstypen in het buitengebied. Dit levert een bijzondere vorm van natuur op wat de stad uniek maakt en het ontwerp van een stad moet ook hier adequaat op in spelen. “Maak een stad waar biodiversiteit groeit! Een stad die de huisvesting van dieren en planten niet aan het toeval overlaat, maar gastvrij is…
De stad is een door de ogen van de natuur een landschapstype. De stad heeft als landschapstype complementaire eigenschappen ten opzichte van landschapstypen in het buitengebied. Dit levert een bijzondere vorm van natuur op wat de stad uniek maakt en het ontwerp van een stad moet ook hier adequaat op in spelen. “Maak een stad waar biodiversiteit groeit! Een stad die de huisvesting van dieren en planten niet aan het toeval overlaat, maar gastvrij is ontworpen en ingericht voor alles wat leeft. Dat is bouwen voor biodiversiteit”. Dit onderzoek gaat over dit stedelijke ecosysteem.
Nederland huisvest diverse landschapstypen en is relatief vlak. De enige vorm van verticaliteit, porositeit en gigantische hoeveelheid diversiteit op korte afstanden is te vinden in de stad. Hierdoor is de stad een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor flora en fauna. In mijn afstuderen maak ik inzichtelijk dat stadsnatuur uniek en complementair is aan landschapstype in het buitengebied. Daarnaast is de blootstelleng aan biodiversiteit van vitaal belang voor onze gezondheid. Hiervoor richt ik me op Breda. Breda heeft gezien haar positie tussen het zuidelijk gelegen Van Gogh Nationaal Park en het Markdal en de noordelijk gelegen Zuiderwaterlinie en de Biesbosch de potentie om als ecologische springplank tussen diverse landschappen te functioneren.
Natuur inclusieve stedenbouw:
Naar aanleiding van mijn onderzoek heb ik veel principes verzamelt en ingepast in mijn ontwerp voor Breda, maar vier centrale thema’s blijken essentieel voor de juiste condities voor stadsnatuur. Voor iedere toekomstige opgave in de natuur inclusieve stedenbouw moet de factor tijd, rust en reuring, het metabolisme en de dooradering intensief ontworpen worden.
Factor tijd:
De projectlocatie betreft de voormalige suikerfabriek. Deze fabriek is reeds gesloopt waardoor er al jaren sprake is van een braakland-biotoop. Dit afgezette stuk stad is sterk vervuild en heeft nog veel fundamenten en kelders. Het ontwerp is ten eerste gebaseerd op het bestaande ecosysteem en het natuurlijke proces wat er nu gaande is. Het ontwerp grijpt daarom in op deze successie. In het kader van natuurontwikkeling is de factor tijd namelijk essentieel. Het groeien van een biotoop zoals een bos heeft tijd nodig. Om deze reden is mijn ontwerp gebaseerd op een successiereeks waarin diverse biotopen gefaseerd ontstaan. Dit betekent dat het ontstaan van flora en fauna in de tijd is ontworpen in het plan.
Rust en reuring:
In het kader van biodiversiteit is rust en reuring van belang. Dieren uit alle lagen van de voedselpiramide moeten ruimte hebben in het ecosysteem waar alles bij elkaar komt en er reuring ontstaat, maar ook ruimte voor isolatie en rust. Het is hiervoor essentieel dat diverse biotopen en ecologische verbindingen tussen leefgebieden en foerageergebieden zijn opgenomen in het plan. De toegankelijkheid en het beheer van deze gebieden is toegespitst op de doelsoorten. Deze biotopen en verbindingen zijn in het plan vertaald naar ordeningsprincipes (condities) voor in een stedelijke context.
Metabolisme:
Natuur inclusieve stedenbouw betekent denken in, en inzichtelijk maken van systemen. Het verenigen van het stedelijk metabolisme met stadsnatuur geeft kansen voor symbiose. De stad heeft diverse systemen, zoals een groen-, water- en afvalnetwerk, die complementair werken met stadsnatuur. De natuur inclusieve wijk genereert veel biologisch afval wat bijvoorbeeld ingezet wordt om energie te winnen met een lokale wijkvergister. Restproducten zoals grijs water wordt in het drasland met hydrofyten planten gereinigd en compost wordt ingezet om het daklandschap vruchtbaar te houden. Met systeemdenken is hierdoor stadsnatuur van waarde in het metabolisme van de stad.
Dooradering:
Stadsnatuur stopt niet bij de gevel van een gebouw, bij het trottoir van een weg of de erfafscheiding van een tuin. In de stad is er een nauwe samenhang tussen stadsnatuur in, onder, langs en op gebouwde structuren. Dit zijn namelijk allemaal barrières als deze niet in het kader van biodiversiteit zijn ontworpen. Deze gebouwde structuren beïnvloeden namelijk de natuur. Het ontwerp speelt in op collectieve buitenruimten, deze voorkomen versnippering van verbindingen door verkaveling en privatisering. Daarnaast wordt het ondergronds nuts en parkeeropgave bovengronds inpandig opgelost, omdat het vanuit het ecosysteem ongewenst is om de grond te vervuilen met ondergronds programma. Hierdoor wordt het grondwaterniveau niet aangetast waardoor flora kan opbloeien.
Dit resulteert in een complexer gelaagd driedimensionaal plan waarin het onderzoek de bouwstenen heeft gelegd voor een stad als ecosysteem. Stadsnatuur levert geen unieke nieuwe stadstypologie op, maar maakt de stad wel beter en gezonder voor de maatschappij. Desalniettemin is dit een opgave die nog veel integrale aandacht van landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen en architecten zal vragen in de toekomst.