In Oud-Mathensse gaat er jaarlijks 3.430.000 kilo afval naar de vuilverbranding. Dat zijn 367 afgeladen vuilniswagens met grondstoffen die elk jaar de wijkeconomie verlaten en worden omgezet naar veel Co2 en een beetje energie. Als het uitstoten van broeikasgassen in de toekomst zwaarder belast wordt zal dit geen rendabel systeem meer zijn. Hoe zal de wijk eruit komen te zien als restmateriaal lokaal hergebruikt wordt? Welke materiaalstromen en typologieen kan dit opleveren en welke ruimte…
In Oud-Mathensse gaat er jaarlijks 3.430.000 kilo afval naar de vuilverbranding. Dat zijn 367 afgeladen vuilniswagens met grondstoffen die elk jaar de wijkeconomie verlaten en worden omgezet naar veel Co2 en een beetje energie. Als het uitstoten van broeikasgassen in de toekomst zwaarder belast wordt zal dit geen rendabel systeem meer zijn. Hoe zal de wijk eruit komen te zien als restmateriaal lokaal hergebruikt wordt? Welke materiaalstromen en typologieen kan dit opleveren en welke ruimte zal dit systeem in een woonwijk als Oud-Mathenesse innemen?
LEKKER INZOOMPLAATJE: https://www.easyzoom.com/imageaccess/78c9dff389a04bd9a0fe32a062b1ca28
Op het moment is afval een grote irritatie voor de buurtbewoners. Op straat ligt veel zwerfvuil en bij de wijkcontainers zie je veel naastplaatsing. Groot afval wordt niet weggebracht, maar naast de container geplaatst. Ook werken de containers van omliggende wijken met een toegangspas waardoor veel bewoners uit deze wijken hun afval in of naast de containers van Oud-Mathenesse dumpen. Een soort Afvaltourisme. Bij bezoek tipte ik een mevrouw in een tweedehands winkel dat er ook een mooi bankstel bij een container stond. Haar reactie was “tja, das leuk, maar straks denken mensen dat ik dat vrouwtje ben die allemaal vieze dingen probeert te verkopen.”
Oud Mathenesse heeft geen afvalprobleem; het afval heeft een imagoprobleem.
De eerder genoemde 367 vuilniswagens aan materialen die jaarlijks Oud Mathenesse verlaten zijn ook in het model geplaatst. Ze vormen 2 kilometer lange een file om de wijk van Schiedam Oost, over Marconiplein, door Spangen weer terug naar Schiedam. Check de afbeelding hierboven, wat een enorme hoeveelheid vuilverplaatsing dit is.
Het transport, de sortering, verwerking en verbranding van restmateriaal is niet alleen bijzonder vervuilend en inefficient, maar naar de toekomst toe ook steeds lastiger.
En waar we eerder ons ‘lastige’ restmateriaal naar het buitenland konden exporteren voor sortering, vuilstort of verbranding weigeren steeds meer landen uit afrika en azie nu onze afvalstromen te verwerken.
In afvalsorteercentra zijn er ook steeds duurdere machines nodig om het afval te kunnen scheiden naar grondstoffen. Zo zijn er naar schatting 250 soorten verpakkingsplastic die tot 4 of 5 hoofdklassen worden terug gefilterd. Voor het scheiden van die paar hoofdklassen zijn maarliefst 20 geavanceerde machines nodig. En de gerecyclede stromen aan plasticgranulaat kunnen uitsluitend laagwaardig worden hergebruikt. Dat yoghurtbakje zal helaas alleen maar kunnen terugkeren als metselemmer.
Aan het einde van de dag wordt er door de scheidingsinstallaties van de afvalverwerking maar 25% gerecycled (en dus laagwaardig hergebruikt) 75% gaat naar de afvalverbranding of de vuilstort. De grondstoffen op aarde zijn eindig en we lijken ze steeds verder meer over de aarde uit te smeren. Zowel over de grond in vuilstort als in de lucht door verbranding. Toenemende materiaalschaarste lijkt onvermijdelijk en dit systeem is op deze manier onhoudbaar.
Nu in 2020 zijn onze materiaalstromen nog ingericht op het terugbrengen naar van materiaal naar grondstoffen. Papier, plastic, metalen, glas, textiel. Het systeem erachter is echter bijzonder vervuilend, energieverspillend en materiaalvernietigend.
Voor een oud mathenesse dat geen restmateriaal meer produceerd moeten we op een andere manier naar materiaalstromen kijken. Geen categorieen die het product terugbrengen naar grondstof, maar die de directe toepassing en verwerkbaarheid prioriseren. De standaard wordt niet gezet door laagwaardige recycling maar door een hoogwaardige circulaire stroom van producten en materialen.
Om daar te komen maakt Oud mathenesse de transitie naar 3 materiaalstromen die lokaal worden verwerkt. Groen, Grof en Service.
In dit scenario wordt de eerste en grootste grondstofcategorie Groen. Deze stroom is biologisch afbreekbaar. In de kaart is deze aangegeven met het gevonden karton en groenafval dat niet meer in de container paste.
De tweede stroom aan grondstoffen is service. Het materiaal in deze categorie is repareerbaar en deel van een serviceeconomie. Het is aangegeven met de glimmende folie van een oude wietplantage die was opgerold.
De derde materiaalstroom is GROF. Dit is herbruikbaar materiaal wat niet op de GFT hoop gegooid kan worden, maar ook nog niet deel is van de Serviceeconomie. Dit is aangegeven met het plastic verpakkingsmateriaal gevonden in een steegje.
Waar het afvaldumpen of afvaltourisme uit omliggende wijken werd gezien als het probleem, zou het in dit circulaire scenario een juist voordelig zijn voor Oud Mathenesse als hier materiaal naartoe gebracht wordt. De eerdere overlast van afvaltourisme zou een businessmodel kunnen worden. Van een afvalbak naar een centenbak. Als (rest)materiaal weer waarde krijgt is een post-afval scenario voor oud mathenesse niet ondenkbaar.
Aan de andere kant doet de transformatie naar een lokale circulaire wijk een groot beroep op de publieke ruimte. Er
moeten ingrijpende typologieen en materiaalstromen worden opgezet in de wijk. Met de bioreactor, de Matboog en de opslagheuvels van de buurtbank; de industrie die uit M4H lijkt te verdwijnen zal haast moeten oppoppen in Oud mathenesse om de intensieve transport, opslag en verwerking mogelijk te maken. Ook al dat er in dit koolstofbelasting-scenario financiele prikkels kunnen zijn om de omgeving zo vorm te geven is het de vraag wat deze re-industrialisatie doet met het woonklimaat. De duurzame toekomst was toch niet zo groenkleurig als we dachten.
Oud Mathenesse, Rotterdam en Nederland staan met de gestelde circulaire ambities voor 2050 in ieder geval voor een flinke opgave.