Het theater als een katalysator voor een wijk, de wijk Zuidwijk. Onder het Zuiderpark in Rotterdam ligt de wijk Zuidwijk, welke is ontworpen door architect van Tijen in de jaren '50. De wijk wordt gekenmerkt door acht wijkdelen welke gescheiden worden verticaal door drie groene schegge en horizontaal door de hoofdweg Slinge.
In het hart van de wijk ligt een open plek. Een mooie plek voor een iconisch, geprogrammeerd gebouw, dat uitdaagt en de…
Inleiding:Het theater als een katalysator voor een wijk, de wijk Zuidwijk. Onder het Zuiderpark in Rotterdam ligt de wijk Zuidwijk, welke is ontworpen door architect van Tijen in de jaren '50. De wijk wordt gekenmerkt door acht wijkdelen welke gescheiden worden verticaal door drie groene schegge en horizontaal door de hoofdweg Slinge.
In het hart van de wijk ligt een open plek. Een mooie plek voor een iconisch, geprogrammeerd gebouw, dat uitdaagt en de bewoners van Zuidwijk en omgeving met elkaar verbindt. Een theater is veel meer dan alleen een podium voor voorstellingen. Hierin staat ontmoeten en cohesie centraal. Zien en gezien willen worden.
De ontwerpopgave was daarom ook om een kleinschalig theater te ontwerpen voor de wijk. Het kernprogramma met een grote zaal, kleine zaal, verbindend foyer. Ook een extra programma wat toepasselijk is voor de bewoners van Zuidwijk.
Lees meer1. Karakteriserend aan de wijk zijn de drie verticale groene schegge. De locatie van het nieuwe theater ligt in het midden van de middelste schegge. Deze schegge legt een verbinding met het boven gelegen Zuiderpark. Dit was mijn eerst principe voor het nieuwe theater. Dat het groen van de Zuiderpark, de schegge over en door het gebouw getrokken wordt. Een verlenging van de wandeling door het Zuiderpark.
2. Op de locatie zelf wordt het volume op gebouwd vanuit de context. Aan de voorzijde aan de kant van de Slinge wordt een plein gecreëerd, het Kerkplein, waarbij de voetganger en fietser primair zijn, de motorvoertuigen secundair. De oplopende volumes worden gesitueerd in de stramienen van het appartementencomplex wat naast de locatie staat. Plein. Kleine zaal. Toneel toren. Appartementencomplex.
3. Daarna volgt de verhoging van het entree gebied voor het theater, zodat de scheiding tussen de stroming logistiek (op de begane grond) en de stroming publiek niet met elkaar in contact komen. De entree ligt aan het nieuwe Voorplein, waarbij bezoekers vanaf de Slinge, maar ook het Zuiderpark omhoog kunnen flaneren. De Kleine zaal gaat een relatie aan met het Kerkplein aan de zijde van de Slinge.
4. Het groene doek valt over de volumes heen, waarbij het zich vormt naar de eerder geïntroduceerde stramienen. Het vormt zich vanaf het Voorplein omhoog, tot het hoogte-niveau van de bebouwing aan weerzijde. Om een balans in het groene doek te maken, volgt het foyer volume aan de kant van de Kleine zaal.
5. Als laatst volgt de invulling van het park op het dak van het theater. Hier worden verschillende plekken gecreëerd, wat de kwaliteiten van een park ook heeft. De Theatertuin, voor grote en kleine struikgewassen, het Theaterplein wat een multifunctionele invulling kan hebben voor activiteiten. Zo ook een zomerbioscoop waar bewoners van Zuidwijk met hun eigen tuinstoel kunnen gaan zitten. En als eind punt het Uitkijkpunt. Ook worden er plekken ook in het gebouw gecreëerd.
Om de drempel voor de buurtbewoners die naar het theater gaan laag te houden, is er ook op de begane grond een huiskamer gevestigd. Hier zijn verschillende plekken te vinden waar mensen kunnen zitten, studeren en ontmoeten. Het koffiehuis zorgt voor de nodige versnaperingen. De entree hiervan zit aan de Slinge gevestigd, onder de Kleine zaal. In de gevel is dat duidelijk te lezen. Daarnaast bestaat de gevel voornamelijk uit een glazen pui, zodat het theater zich opent naar de wijk. Voor de Kleine zaal is zelfs een glazen pui van top tot de bottom. Dit heeft dezelfde verticale belijning als een doek bij het theater. Achter dit doek verschuilt zich het toneel van de Kleine zaal.
De doorsnede is genomen dwars op de Grote zaal en de toneel toren. Hier is duidelijk te zien dat het publiek de Grote zaal hoog betreedt, waarna ze afdalen naar hun stoel. Voor het balkon geldt hetzelfde principe. Ook is te zien dat de zijkant van de toneeltoren ook een glazen pui heeft. Dit om overdag ook de medewerkers/technici/acteurs van daglicht te voorzien. Aan de achterzijde van de toneeltoren is op de begane grond de kleedkamers van de artiesten, welke meteen toegang hebben tot het toneel. Daarboven is het kantoor van de medewerkers te zien, die overdag zichtlijnen hebben op wat er in de Grote zaal zich afspeelt. En op de tweede verdieping zitten nog extra les, dans, spel, zangstudio’s voor de interne theaterschool. Een theaterschool die ook overdag gebruik kan maken van alle theaterzalen. Zodat de zalen niet 80% leeg staat, maar juist 80% vol.
Op de plattegrond is te zien hoe je als bezoeker binnenkomt in de ruime foyer. Hier komt het groen ook echt naar binnen. Hieronder is daarvan een beter beeld te vinden. Wat ook te zien is dat het publiek alle faciliteiten kan vinden aan een groot plein. De kassa en de garderobe zijn bij de entree van de foyer te vinden, waarna de bezoeker een drankje kan halen bij de grote bar en/of nog even naar de toilet kan voor de voorstelling. Nadat de bezoeker ontvangen is in de ruimtelijk foyer, moet men eerst door een smallere ruimte. Hier kan de bezoeker zich voorbereiden voordat men weer de Grote zaal betreedt met het schouw spel.
Voor de artiesten van de Kleine zaal is de entree naar de ‘Kleine zaal lounge’ te bereiken met de trap in de artiesten foyer, waar ook het groen weer terug komt. Hier zijn de kleedkamers te vinden, voordat ze op het toneel van de Kleine zaal kunnen stappen.