Het voormalige bouwcentrum wordt gezien als één van de belangrijkste symbolen van niet alleen de Rotterdamse maar ook de Nederlandse wederopbouw. Het aanvankelijke paviljoenachtige ontwerp van Joost Boks representeert een zeldzame experimentele rijkdom voor zo een belangrijk institutioneel gebouw dat het ooit was. Het gebouw kent een turbulente periode van decennia lange uitbreidingen en een transformatie van tentoonstellingsgebouw naar kantoorgebouw. De onzorgvuldige aanpassingen leidde tot ongenoegen van de architect; “een nachtmerrie”, aldus Boks. Mede…
Het voormalige bouwcentrum wordt gezien als één van de belangrijkste symbolen van niet alleen de Rotterdamse maar ook de Nederlandse wederopbouw. Het aanvankelijke paviljoenachtige ontwerp van Joost Boks representeert een zeldzame experimentele rijkdom voor zo een belangrijk institutioneel gebouw dat het ooit was. Het gebouw kent een turbulente periode van decennia lange uitbreidingen en een transformatie van tentoonstellingsgebouw naar kantoorgebouw. De onzorgvuldige aanpassingen leidde tot ongenoegen van de architect; “een nachtmerrie”, aldus Boks. Mede door de functieverandering heeft het gebouw momenteel zijn maatschappelijke waarde verloren. Vanuit het langetermijnperspectief op basis van het concept 'veerkracht' ontstaat de vraag hoe dit fysieke object gezien kan worden als drager van meerdere interventielagen, waarbij de intenties van de architect en de gebruikers steeds opnieuw worden geëvalueerd. Ditmaal in de vorm van een badhuis, een fenomeen dat op deze schaal nog niet plaats vindt in het centrum van Rotterdam. De vraag is in hoeverre architectonische interventies kunnen bijdragen aan het behoud van het veerkrachtige karakter zonder dat dit overgaat in kwetsbaarheid.
Lees meer