Sinds de komst van Europa in Brussel hebben roestvrij staal, graniet en glas het stedelijk leven in de Leopoldswijk verdrongen. Deze representatie staat haaks op de basisprincipes van Europa. Project Europa is ontstaan uit de wil tot samenwerking, uitwisseling en afhankelijkheid. Hoe groter deze afhankelijkheid, hoe minder kans op een…
Sinds de komst van Europa in Brussel hebben roestvrij staal, graniet en glas het stedelijk leven in de Leopoldswijk verdrongen. Deze representatie staat haaks op de basisprincipes van Europa. Project Europa is ontstaan uit de wil tot samenwerking, uitwisseling en afhankelijkheid. Hoe groter deze afhankelijkheid, hoe minder kans op een herhaling van WOII.
Inmiddels staat project Europa onder druk en heeft moeite om haar missie te uiten richting de burger; deze onmacht tot representatie van Europa wordt niet alleen duidelijk zichtbaar in de Europese wijk, maar heeft inmiddels ook geleid tot de Brexit.
Stedenbouwkundige en architectonische representatie heeft haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de stad en de gemeenschap. Des te meer in het geval van de Europese Unie.
De ruimtelijke representatie van het Europese programma gaat daarmee compleet voorbij aan de complexe situatie van Brussel. Deze kan juist dienen als een ideale ‘ground zero’ voor Europa, gelet op de grote politieke (19 deelgemeenten, 3 talen), ruimtelijke (oost en west) en sociale fragmentatie (meest multiculturele stad van Europa).
De aantrekkingskracht van Brussel berust juist op een gemengde, meerlagige, hybride omgeving. Hoe kan de Europese Unie haar missie zichtbaar maken in de stad en de diversiteit en complexiteit van Brussel productief maken? Het verplaatst van het hoger gelegen gedeelte in de stad naar het Zuidstation, middenin de vallei. Het dichtstbevolkte deel van de stad, met de meeste culturele diversiteit en minste (kwantitatief en kwalitatieve) openbare ruimte. Juist op deze plek, waar ook de wekelijkse grootste markt van Europa plaatsvindt, kan Europa voor ruimtelijke, sociale en politieke uitwisseling zorgen.
Van een veelheid aan kleine gebouwen landt er op het Zuidstation één groot blok met een tuin aan de binnenzijde van Europees formaat. Het Europese programma landt daarmee in het hart van het Europese sporennetwerk. Een injectie met een grote naald die voortbouwt op een historie van integrale aanpakken in de stad, gebaseerd op een ruimtelijke visie in de tijd van Leopold II waarin de mobiliteit, het stadsweefsel en het landschap werden beschouwd als een geheel. Deze ‘Megaform’ als stedelijke centraliteit zoekt de verbinding met de ontwikkelingen van de Abattoir aan het kanaal, door middel van langzaamverkeersverbindingen en programmatische verdichting in de straten tussen de slachthuizen en het Zuidstation. De Europese tuin loopt door in de openbare ruimte richting de Anspachboulevard waardoor de Zennevallei, door het hart van de stad, weer leesbaar wordt als publieke structuur.
Het nieuwe Europese huis is een monument zonder spektakel, waar het juist gaat om de bezoeker en niet het gebouw, als machine voor common ground. Waar zowel geformaliseerde politieke bijeenkomsten als allerdaagse activiteiten naast elkaar kunnen bestaan. Een machine tussen leegte en activiteit, voor alle Brusselnaren. Voor Europeanen. Voor EUandME.
Lees meer