Een fysieke manifestatie van identiteit en denken
Het verhaal van het schip van Theseus stamt uit circa 500 voor Christus, wordt
gezien als een van de eerste filosofieën, en werd reeds door Heraclites en later ook
Plato beschreven. Het verhaal stelt het begrip identiteit centraal middels gedachte-experiment,
en doet ons nadenken over wat het betekent als we zeggen dat iets
door de tijd heen hetzelfde of gelijk is gebleven.
De HernieuwingEen fysieke manifestatie van identiteit en denken
Het verhaal van het schip van Theseus stamt uit circa 500 voor Christus, wordt
gezien als een van de eerste filosofieën, en werd reeds door Heraclites en later ook
Plato beschreven. Het verhaal stelt het begrip identiteit centraal middels gedachte-experiment,
en doet ons nadenken over wat het betekent als we zeggen dat iets
door de tijd heen hetzelfde of gelijk is gebleven.
De Griekse zeeheld Theseus had één van de mooiste en beste schepen waarmee hij
vele zeeslagen won. Het schip moest voor altijd bewaard blijven, als een pronkstuk
dat tegelijkertijd de historie zou koesteren. Maar een schip is onderhevig aan slijtage.
Zo gebeurde het dat zo nu en dan een plank vervangen moest worden. Een eerste
plank, een tweede, een derde, een vierde, tot ook de laatste plank vernieuwd is.
Is dit nog wel het schip van Theseus? Is het hetzelfde schip? Wat is het schip van
Theseus?
Mijn observaties van het Stadhuis. Deze observaties vormen voor mij een bewuste
realiteit. Wanneer ik mijn ogen sluit zie ik het Stadhuis accuraat in mijn gedachten.
Als ik mijn weg vervolg en er na een tijd aan terug denk, denk ik het weer exact
voor me te zien zoals het was. Maar geven deze gedachte, mijn herinneringen,
nog wel het Stadhuis zoals ik het origineel zag? Hoe accuraat is het werk van de
instandhouding door gedachten? Vervagen de elementen dan niet, raken uit het
oog, worden veranderd vanwege het tijdsperspectief of getransformeerd?
Er is immers nooit een storm geweest, geen gebrek aan geld, geen schade door
oorlogen, en toch: het stadhuis is anders dan het toen was. Is het heden wel de
identiteitsdrager van toen? Mensen hernieuwen zichzelf cel voor cel elke zeven
jaar. Kennen gebouwen ook dergelijke fases of komt het door het perspectief
vanuit de mens, dat slechts leest. Is wat wij lezen slechts een neerslag van het
collectief geheugen waardoor de realiteit van gebouwen door de generaties heen
veranderingen ondergaat in vorm, samenstelling, functie of plek? Het perspectief
vanuit de mens als materialisering van het veranderende collectief geheugen.
Dat het collectief geheugen zo sterk is dat de gedachten het overnemen en
veranderingen niet worden overgedragen naar een andere generatie en worden
verbogen naar een romantisering? Waardoor er een analfabetisme ontstaat in het
lezen van gebouwen en gekenmerkt wordt door fragmentatie, belangstelling voor
het manipuleren van een structuur, als dialectiek van aan- en afwezigheid en de
betekenis van elementen.
Gevolglijk wil ik de elementen terug bij elkaar leggen. Als een reünie van
elementen, gevormd door de onderbouwing van het collectief geheugen. Enkel
al gedachte-experiment, en met fascinaties voor het misschien wel niet bestaand
ideaal zonder historisch precedent. De reünie als bevestiging van een menselijke
onderbewuste vervorming naar het ideaal. Dat de aangeboren kwaliteit toont van
gedachten gekoppeld aan objecten, die worden geïllustreerd in een eerlijke relatie
tussen het onderwerp, object en betekenis binnen een architecturaal landschap.
Een verwevenheid die na loop van tijd als vanzelfsprekend wordt beschouwen. De
reünie als de hernieuwing en de fysieke manifestatie van identiteit en denken.