De mens kan niet zonder natuur terwijl de stad comfort biedt. Er kan dus gezegd worden dat er zonder natuur geen steden zijn. Steden daarentegen zijn ankerpunten die misschien niet vitaal maar cultureel zeer belangrijk zijn voor de mens. De lege panden van het voormalige Campina terrein zijn cultuur historisch zeer waardevol voor Eindhoven. Maar Eindhoven heeft ook de ambitie uitgesproken een stad te willen zijn met een uitnodigende groene openbare ruimte. Het karakter van het Campina terrein is alles behalve groen. Vraag is daarom hoe het karakter van het versteende Campina terrein verenigt kan worden met de ambitie een groene stad te willen zij. Met de onderliggende vraag; wat betekend groen in de stad eigenlijk?

Door coöperaties kan de stad een bron van rijkdom zijn voor de natuur mits goed georganiseerd. De eerste coöperatie is dus die tussen de stad en natuur. Daarbij worden ecologische verbindingen gemaakt zowel over land als door de lucht, vegetatie gebruikt die biodiversiteit stimuleert maar ook voor de mens eetbare vruchten draagt. Door gebruik te maken van innovaties die energie halen uit natuurlijke processen kan energie opgewekt worden. Daktuinen kunnen daarnaast energie besparen door gebouwen te koelen. De tweede coöperatie is derhalve een energie coöperatie. Door alleen met zelf parkerende deelauto’s te werken kan dit gebied met de helft van de auto’s af wat maar een kwart van de reguliere ruimte kost. Deze ruimte komt weer ten goede aan een groene omgeving. Bovendien kan in de auto’s overtollige energie opgeslagen worden. De drie coöperaties versterken elkaar dus.

Met hergebruik van de betonnen Campina vloeren door middel van scheuren, scherven en stapels is geprobeerd om in de openbare ruimte een spannend beeld te creëren waarin stad en natuur verenigd worden. De bouwvolumes zijn daarbij zo georganiseerd dat de historische panden een opvallende positie krijgen.