Raster

Het ontwerp bestaat uit een klassieke opbouw van plint, middenstuk en kroon. Hierbij is een duidelijke scheiding te zien tussen de plint en de rest van het appartementsgebouw. Dit is gedaan door gebruik te maken van contrasterende materialisering, namelijk beton voor de plint en eikenhout voor de gevel van de appartementen. Hierdoor is duidelijk te zien dat er een scheiding is tussen de twee verschillende programma’s.

De compositie van de gevel is opgebouwd aan de hand van een helder raster, waarin een bepaalde ritmiek is te lezen. De verspringende penanten geven een beweging in een bepaald ritme aan. Hierbij is te zien dat de penanten in de plint een tegengestelde beweging hebben met de rest van de gevel. Dit is zo ontworpen om de scheiding tussen programma’s nog meer te accentueren. Aan weerszijden van de houten eiken penanten zitten verticale elementen. Deze elementen zorgen voor een interessante schaduwwerking waarbij de verticaliteit van het gebouw versterkt wordt. De houten banden ter hoogte van de verdiepingsvloeren kragen een stuk verder uit dan de penanten. Hierdoor krijgt de gevel ook een horizontale relatie. Daarbij is een vergelijkbaar element toegevoegd aan de horizontale banden, wat tevens zorgt voor een interessante schaduwwerking. De relatie tussen horizontaal en verticaal wordt doormiddel van het reliëf van de elementen versterkt.