Drie ontwerpen op verschillende prominente locaties in Luik(B) bestaande uit van een gelijk programma, een kleine multifunctionele sportzaal met kleedruimtes waarbij er vrijheid is om dit aan te vullen met programma dat voortvloeit uit de analyse van de plek: ter ondersteuning van zowel het beoogde karakter en beeld van het ontwerp als de inpassing van de zaal in zijn omgeving.
Drie ontwerpen op verschillende prominente locaties in Luik(B) bestaande uit van een gelijk programma, een kleine multifunctionele sportzaal met kleedruimtes waarbij er vrijheid is om dit aan te vullen met programma dat voortvloeit uit de analyse van de plek: ter ondersteuning van zowel het beoogde karakter en beeld van het ontwerp als de inpassing van de zaal in zijn omgeving.
Het gebouw is midden op de driehoek gepositioneerd, waardoor zowel het park als het plein verschillende condities krijgen. Hierdoor ontstaat met name aan de parkzijde een besloten en fijne omgeving met een menselijke maat om tot rust te komen. Aan de andere zijde ontstaat een meer flexibel plein, dat als uitbreiding van de sporthal kan functioneren voor markt, een demonstratie of een concert.
Doordeweeks heeft de sporthal een separate entree aan de zuidkant. In het weekend is de hal geheel doorlaatbaar, waardoor zowel het park als het plein met elkaar verbonden worden. Het gebouw wordt onderdeel van de markt en kan zich zowel doorde-weeks als in het weekend aanpassen aan verschillende behoeftes. De bega e grond is geheel doorlaatbaar en aanpasbaar, de verdieping geslotener van karakter en in vormgeving.
De glooiing van de gevel verwijst naar de vele hoekbeëindigingen in Luik, het golvende water en voornamelijk naar het pro-gramma. Deze alzijdige, kenmerkende gevel is vanuit elke straat te herkennen als bijzondere functie aan de Maas. De spitsachti-ge beëindiging van de gevel verwijst naar de gotiek van het postkantoor en maakt een uniek en karakteristiek object.
Het gebouw is links op het plein gepositioneerd en geeft door zijn trapsgewijs aflopende vorm een doorkijk naar de vleeshal. Tegelijkertijd maakt trap vanuit de stad een trechtervorm als entree tot het gebouw. De zijkanten volgen de bestaande parkeergarage.
Doordeweeks vervult de trap een openbare zitfunctie om rust te nemen in de hectiek van de stad. In het weekend is het als onderdeel van de markt een plek waar mensen elkaar ontmoeten, streetfood nuttigen of roddelen na een dag flaneren. Hierdoor is het een uniek leefobject in de stad. De openbaar toegankelijke galerij langs de zalen maakt een rondloop om het plein te kunnen aanschouwen en werkt tegelijkertijd als tribune om de sportzaal te kunnen aanschouwen. Onder deze rondloop wordt als een colonnade beschutting op het plein gefaciliteerd.
De dichte trap tot de entresol verleent het gebouw een tempelachtige structuur. Doordat de bel-etage vrijwel gesloten is, met uitzondering van kleine stroken, krijgt het zijn daglicht voornamelijk vanuit de entresol. Dit maakt de contrasterend transparante entresol prominenter. In de avond ontstaat een contrast doordat de zaal licht uitstraalt naar de entresol en naar buiten, middels het puntige dak. Hierdoor lijkt het dak te zweven.
Het gebouw is aan de Maaszijde gepositioneerd. Hierdoor maakt het de gevelwand af, heelt de stedelijke structuur, en verwijst het gebouw naar de historische opzet van de locatie. Het gebouw staat tegen het huis aan zijn oostkant aan, waardoor het monumentale pand aan de andere zijde meer ruimte krijgt voor waardering. Daarnaast ontstaat hierdoor een steeg, die toegang geeft tot de openbare achtertuin.
Het gebouw kan transformeren van een sportzaal, tot een verblijfsruimte waar demonstraties of ceremoniële evenementen kunnen worden gehouden, maar ook tot een extensie van de zondagsmarkt. Het gebouw is open, en vult het de stad aan, óf gesloten en terughoudend. De hellingbaan scheidt het niveauverschil tussen de openbaar toegankelijk grote zaal, de besloten kleedkamers en de excentrieke entresolverdieping die geschikt is voor een meer besloten programma.
Als piano nobile huisvest ‘Etagé du Quai de la Maestricht’ achter de gevel een verscheidenheid aan functies. Het hoge front heeft een typisch Luikse driedeling van plint, middendeel en kroon. Hierbij is de hardstenen plint met onzichtbare deuren gesloten gematerialiseerd. Het middendeel sluit met een kenmerkende verticale geleding op eigentijdse wijze aan bij de buren.
In 1868 werd op verzoek van de burgemeester van Luik Léonie de Waha, een Belgische feministe erkend als belangrijke pedagoog en Waalse activiste, gevraagd een middelbare school te stichten. Vanwege haar verdienste voor het hervormen in het onderwijs werd in 1929 het Instituut omgedoopt naar het Lycée Léonie de Waha.
Het Hoger Instituut voor Jonge Dames kende eerder twee andere locaties in de stad Luik; Hazinelle Straat en Boulevard Sauvenièr. In de pedagogiek van De Waha was het schoolgebouw ontzettend belangrijk geworden en was toe aan vernieuwing en moest de hervorming van het onderwijs volgen. Het vernieuwde Lycée Léonie de Waha werd tussen 1936 en 1938 naar modernistische architectuur gebouwd. Het Instituut werd ontworpen volgens de plannen van architect Jean Luik Moutschen. Hierin moest alles ontworpen worden voor het comfort van zowel de studenten als voor de docenten. Het Instituut bevat uitzonderlijke ruimtes naast de klaslokalen voor die tijd zoals; een spreekzaal van 850 zitplaatsen, een speeltuin van 2.400 m², een kostschool, laboratoria, muziekkamers, gymstiekzaal, een zwembad en zelfs een ondergrondse schuilplaats voor 1000 mensen.
De architect riep de Luikse kunstenaars op om fresco’s, mozaïeken, schilderijen op canvas, schilderijen op glas en glas in lood te maken. In totaal zijn er 20 kunstwerken van 18 kunstenaars zichtbaar door de hele school heen. Een vrij verrassend resultaat dat het voormalige Lycée een essentiële getuige maakt van de moderne architectuur in Wallonië. Het idee was om de leefomgeving van de onderwijsgemeenschap te verfraaien met monumentale esthetiek, maar ook om studenten dagelijks te laten leven met een omgeving met een bepaalde artistieke dimensie. Dit doel gaat vandaag door. Het doel is om het gebouw, de architectuur en de artistieke rijkdom te promoten. Sinds 17 mei 1999 is het gebouw opgenomen als een uitzonderlijk erfgoed van Wallonië. De restauratie die in 2004 is begonnen, omvat verschillende fasen, de volgende is de restauratie van het zwembad, de glas-in-loodramen en mozaïeken.