Fast Pace & Slow Space gaat over het benutten en versterken van de kwaliteit van het contrast in de stad. Zowel in Keulen als Rotterdam liggen kansen om dit contrast aan te scherpen. Keulen kenmerkt zich door het contrast in schaal en snelheid tussen de middeleeuwse stad en het modernisme. Rotterdam is door de wederopbouw verworden tot een autotopia maar probeert de stad leefbaarder te maken voor voetgangers en fietsers. De huidige tendens is om deze snelle wereld van de auto in te ruilen voor de langzame van de voetganger waardoor er een belangrijke stedelijke dynamiek en contrast verloren gaat. In mijn ogen maakt dit contrast steden als Rotterdam en Keulen juist uniek en vormt het de perfecte condities voor de hedendaagse stedeling om in te wonen. De stedeling krijgt het beste van beide werelden. Kenmerkende ontwikkelingen hiervoor zijn de herwaardering van de wederopbouw in Rotterdam en de beweging “Liebe dein stad” over de herwaardering van het modernisme in Keulen.

1 Keulen - De balans herstellen

In Keulen is de balans doorgeslagen naar de auto. Dit is vooral te zien in de achterliggende gebieden van de Nordsudfarht, waar de middeleeuwse stad dienst doet als parkeerterrein. Opmerkelijk gezien de kwaliteit en potentie van deze plekken. Het ontwerp herstelt de balans door de Nordsudfahrt in zijn huidige capaciteit te handhaven, maar het achterliggende Kolpingplatz autovrij te maken. Hierdoor wordt het contrast tussen de gebieden herstelt en versterkt. 

2 Rotterdam - De balans omkeren

In Rotterdam is dit contrast ook te vinden aan de Blaak. De drukke verkeersader scheidt de stadsdriehoek van het centrum. Maar de achterliggende gebieden bieden weinig verblijfskwaliteit. Door het omdraaien van de oriëntatie van het gebouw sluit deze beter aan bij zowel de Blaak als de Nieuwstraat en ontstaat een sterker contrast tussen deze gebieden. Daarbij wordt ook rekening gehouden met een verbinding van centrum richting stadsdriehoek.

3 De tussenruimte

In beide ontwerpen is de rol van de tussenruimte cruciaal. Hoe ziet de tussenruimte eruit, welke afmetingen zijn passend in het lokale stedelijk weefsel en hoe verhoudt deze zich in de onderlinge hierarchie. Daarbij speelt vooral de hoekoplossing een belangrijke rol in het versterken van het unieke karakter van beide steden.