Van plein naar plein. Mijn ontwerp stelt een nieuw rustmoment voor aan de stad. Een plein wat andere gebieden meer met elkaar verbindt.
Pleinen zijn erg belangrijk in Amsterdam. De oude linten zijn smal en bieden geen moment rust. Ontsnappen is haast onmogelijk. Pleinen bieden de rust en het overzicht. Een moment van adem, een plek wat het verhaal van de stad verteld.
Van plein naar plein. Mijn ontwerp stelt een nieuw rustmoment voor aan de stad. Een plein wat andere gebieden meer met elkaar verbindt.
Pleinen zijn erg belangrijk in Amsterdam. De oude linten zijn smal en bieden geen moment rust. Ontsnappen is haast onmogelijk. Pleinen bieden de rust en het overzicht. Een moment van adem, een plek wat het verhaal van de stad verteld.
Met een grondige analyse van de huidige pleinen, in en rondom de historische kern, toon ik aan dat pleinen diverse eigenschappen hebben, en daarmee ook telkens anders beleefd en gebruikt worden. De Dam is statig en kolossaal. Gebruikt door de toerist welke geëntertaind worden. Het Spui is een gevuld plein (van wand tot wand) en wordt door de bomen een intieme plek. De Nieuwmarkt is met de waag de scheiding van historisch hart en de uitbreiding. Een overgang van stedelijkheid. Het Rembrandtplein heeft een gemixte korrel en heeft een sterk aanwezige plint, een plek voor vertier. Het Waterlooplein is het plein voor de buurt. Een eindstation met een langgerekte ruimte.
Temidden van deze pleinen ligt een oud kloostercomplex. Deze plek is dichtgeslibd naar verloop van tijd en is erg op zichzelf gekeerd. Door hier een nieuw plein voor te stellen ontstaat er een sterker netwerk van pleinen, waardoor je van plein naar plein kunt lopen, de stad verkennen.
De nieuwe bebouwing maakt diverse ruimten voor de diverse en brede doelgroep. Alle ruimten staan in verbinding met elkaar. De huidige kwaliteiten worden bewaard, het betreden van de plek door ‘kloosterpoortjes’. Via deze intieme ruimte wordt een kleiner plein betreden, welke vervolgens leidt tot de voorkamer. De voorkamer grenst aan de bredere as en heeft daarmee rust, lucht en overzicht.
De voorkamer is het gemeenschappelijke plein, hier komt Amsterdam samen. Op het plein kun je verblijven op het terras bij een café. Of je bezoekt het theater of bibliotheek. Op een zonnige dag kun je onder de bomen genieten van het weer.
De werkkamer is een kleiner plein wat in verbinding staat met de voorkamer. Het plein wordt gebruikt als expositieruimte door het museum.
De achterkamer ontstaat door het nieuwe woonprogramma wat toegevoegd wordt aan het plein. Deze tussenruimte is rijkelijk aangeplant en geeft een ingetogen gevoel. De bewoner is hier de baas, de passant stiekem op bezoek.
De studeerkamer is een bestaand hof van het universiteitsgebouw. Deze plek is voor de student en dient als korte pauzeruimte.